Van de lopende band en gelijk de weg op. Op 23 juli ’59 rolde hij de fabriek in Levallois uit en werd hij ook gelijk van een kenteken voorzien. Het was net voor de zomervakantie, dus er moest blijkbaar nog even snel wat de fabriek uit. Zelfs de Carte Grise is vrij provisorisch ingevuld; een stempel van het departement en de vermelding “Neuf”, de rest is met de hand ingevuld.
Op 18 mei ’71 bestelde mevrouw Maraval haar nieuwe eendje bij dealer Pezous in Albi. Ze had op dat moment de keuze uit een 2cv4 en 2cv6, maar koos toch de langzamere 2cv4, wellicht omdat ze al wist dat ze ‘m toch alleen lokaal zou gebruiken.
In de autoboekjes die ik vroeger las kwam ik hem niet vaak tegen en op straat al helemaal nooit. Later wel de A310, die ik ook erg cool vond. Maar wanneer zal de eerste keer zijn geweest dat ik de A110 in levende lijve zag? Geen idee meer, het zal vast in Frankrijk geweest zijn. Maar hij stond wel gelijk op mijn netvlies gebrand, wat een waanzinnig autootje.
De heer Lomans bestelde deze witte eend in het luxe Club model en kreeg hem op 2 juni 1987 geleverd. Wellicht wist hij al dat de productie in Frankrijk en daarmee de import in Nederland zou gaan stoppen. In het najaar leverde de importeur aan het Stadionplein de laatste exemplaren, waarna sommige liefhebbers nog wel een eend wisten te bemachtigen maar dan via grijze import uit België of Duitsland.
Marie Louise reed 33 jaar met de Ami, van maart ’66 tot ergens in ’99. Ze reed er in totaal 82.000km mee. In ’98 liet ze de auto nog keuren in Perpignan – waar ze woonde - waarbij slechts wat kleine zaken geconstateerd werden. Of de achteruitgang van de auto of die van haar gezondheid de reden van het afscheid was is niet duidelijk, maar eind ’99 kwam de Ami in Nederland terecht.
In een schuur naast de woning gevonden, de familie wist niet eens meer van het bestaan. Gedoemd om in onderdelen verkocht te worden, maar toch via een Duitse redder en Ebay terechtgekomen bij een Nederlandse liefhebber. Hij behield het verweerde uiterlijk, maar maakte hem constructief en technisch weer geheel in orde.
De Citroën M35, een unieke kleine coupé met hydropneumatische vering en de revolutionaire Wankel-motor. Met een unieke reclamecampagne zette de Citroën in ’69 de Wankel-motor in de spotlight, ze verwachten er veel van. Het promotie- en testvoertuig – de M35 – werd alleen aan trouwe Citroën-rijders verkocht die jaarlijks minimaal 30.000km reden. Er kwamen er 267 op de weg, dit is een van de ongeveer 80 overlevenden.
Onderhoudsboekjes (laten) invullen is niet altijd aan Citroën-rijders besteedt. Bij de aflevering worden nog wat stempels gezet, maar daarna volgen lege bladzijden. Deze Ami is geen uitzondering. Maar, we weten wel dat hij op 11 januari ’72 bij Gaston Negre in Mazamet geleverd werd. Daarna bleef hij redelijk in de buurt van dit Zuid-Franse dorpje.
Deze AZU vonden we in een schuur in Frankrijk. Helaas was er geen kenteken bij en kon er ook geen andere historie overgedragen worden. Dus vroegen we een bouwverklaring aan bij Citroën en bekeken details in en aan de auto. En dan kom je toch vaak best verder met het inkleuren van een verleden.
Vanaf ’64 was de Ami 6 ook in een Break-versie te bestellen. Het werd een succes, want mensen gingen, naast hun familie en zichzelf, steeds meer spullen vervoeren. Voor het picknick-tripje in het weekend, de vakantie naar het zuiden of gewoon op een doordeweekse dag naar het werk.
Ooit heette hij in Spanje Dyane 400, maar hier in Nederland vindt hij het ook prima als je hem Acadiane noemt. Sinds een tijdje is hij hier prima ingeburgerd en klaar voor vertier.
De allerlaatst gebouwde M35. | NSU droomde in de jaren ’60 van een nieuw type motor. Citroën droomde vanaf ’69 een stukje mee. Het resultaat was de M35. Een coupé-model op basis van de nieuwe Ami 8, met een enkel-schijfs Wankelmotor en Citroëns fantastische hydropneumatische vering.